Toen de Hollanders een groot deel van het – later succesvolste – gebied eerst moesten droogleggen voordat wijnstokken geplant konden worden, bezat Bordeaux optimale natuurlijke condities voor goede wijnen.
Bordeaux
Precies halverwege tussen de evenaar en de noordpool geniet het een bijzonder evenwichtig klimaatideaal voor wijnen met kracht en structuur enerzijds en finesse en elegantie anderzijds. Vooral de nabijheid van de Atlantische Oceaan met de warme golfstroom zorgt voor ideale omstandigheden en verhindert extreme temperatuurschommelingen, waarbij de uitgestrekte bossen aan de kust van Aquitanië ook bescherming bieden tegen stormen die vanaf de zee komen. Vorstgevaar, de grote vijand van de wijnbouwer in Bourgogne en Champagne, bestaat hier nauwelijks, enkele uitzonderingen daargelaten zoals in 1991.
De maand juni kan echter behoorlijk instabiel zijn, wat problemen tijdens de bloei van de druiven kan veroorzaken. Lange. Droge, hete zomers en een vaak middelmatige herfst maken de oogst in slechte jaren tot een grote gok.
Bij de bodemgesteldheid moeten in het enorme Bordeauxgebied drie zones worden onderscheiden, die ook in het systeem van veelzijdige appellations onafhankelijke eenheden vormen. Bordeaux is immers geen teeltgebied met een enkele, homogene appellation, maar een zeer gecompliceerd, hiërarchisch onderverdeeld vlechtwerk van in totaal 54 herkomstaanduidingen, waarvan enkele uit de begindagen van de AOC-wetgeving stammen, andere uit de laatste decennia. In 1911 werd in het kader van een eerste wet ter bescherming van de herkomstaanduiding vastgesteld dat alleen wijnen uit het departement Gironde als bordeauxwijnen verkocht mogen worden, een regeling die een stokje moest steken voor het tot dan toe graag toegepaste versnijden met andere, krachtiger rassen. Toch kwam dit versnijden, zoals de crisis van 1973 liet zien, ook nadien nog voor.
De meeste basiswijnen – 40 procent van de totale productie, bij de witte wijnen zelfs 70 procent – wordt onder de regionale appellations Bordeaux, Bordeaux Supérieur of Bordeaux Crémant verkocht. Deze herkomstaanduidingen zijn voor wijnen die geen vergelijkbare, nader gedefinieerde herkomstaanduidingen hebben en die wel op zulke wijnbergen groeien, maar niet onder de betreffende AOC vallen.
Entre-deux-mers en de wijnbergen
De overige herkomstaanduidingen deelt men meestal in drie zones in. De eerste ligt aan de linkeroever van Garonne en Gironde, noordelijk en zuidelijk van de stad Bordeaux, en is een strook van zanderig-gruizige gronden, die uit de Pyreneeën, Limousin en het westelijke Centraal Massief zijn aangeslibd.
Deze zone is onderverdeeld in de Médoc, ten noorden van Bordeaux waar op de schrale, goed gedraineerde zand- en kiezelgronden van dit gebied bijna uitsluitende blauwe druiven groeien, en de eigenlijke Graves in het westen en zuiden, waarin ook de zoetewijngebieden van Sauternes ingebed zijn. De riviergrindgronden van dit gebied zijn geschikt voor aromatische, slanke rode, maar ook voor droge witte en zoete specialiteiten.
Tussen de beide rivieren Garonne en Dordogne ligt het zogenaamde Entre-deux-Mers, het gebied ‘tussen de rivieren’, een plateau uit het tertiaire tijdperk met zwaardere klei- en kiezelhoudende gronden, waarvan het wijnspectrum van aromatische, levendige en ook lieflijke wijnen tot de echt volle rode reikt, waarin de merlot domineert. Op de rechteroever van de Dordogne ten slotte vindt men een heel palet aan onafhankelijke gebieden van de meest verschillende kwaliteiten. De gronden lijken op die van Entre-deux-Mers. Op de kiezelgronden van Pomerol groeien andere druiven dan op de kleikalk van Fronsadais of in Saint-Émilion.
De genoemde zones zijn op zich weer in vele andere onderverdeeld, waarbij ook de formatiestructuur van zone tot zone aanzienlijk verandert. Het best geordende beeld biedt de Médoc, die nog weer in de beide gebieden Haut-Médoc en Médoc zelf is onderverdeeld, waarbij de zuidelijke, dichter bij Bordeaux gelegen Haut-Médoc de prestigieuze communale appellations Margaux, Listrac, Moulis, Saint-Julien, Pauillac en Saint-Estèphe omvat. In Graves werd daarentegen niet zo’n hiërarchie opgezet. In plaats daarvan heeft men in het noordelijke deel de hoogwaardige appellation Pessac-Léognan gecreëerd – als equivalent van de gemeentelijke AC van Médoc – en in het zuidelijke Sauternes.
Eenzelfde structuur komt voor in Entre-Deux-Mers. Gecompliceerder is de Rive Droite, de rechter Dordogne-oever. Hij omvat veel afzonderlijke appellations, die in geen officiële hiërarchische verhouding tot elkaar staan, hoewel ze een heel verschillend prestige bezitten. In het noordwesten liggen de wijnbergen van Bourg en Blaye, in het zuidoosten Fronsac met Canon-Fronsac en het Libournais, dat weer ingedeeld is in Pomerol en Saint-Emilion, en een rij van satellieten – de gebieden worden zo aangeduid omdat de naam van de AC een deel van hunzelf is, zoals Lalande-de-Pomerol of Puisguin-Saint-Émilion. De Côtes-de-Castillon in het oosten vormen de afsluiting.
BRONNEN: Uitgeverij: Ullmann
Titel: WIJN
ISBN: 978-3-8331-4617-6
AUTEURS: André Dominé, Eckhard Supp, Ulrich Sautter, Wofgang Fahsbender