Tussen Valence en Montélimar wordt het niet alleen duidelijk warmer. Ook het landschap en de steden ogen al mediterraner. Tricastin, de poort naar de Provence, is een truffel-, fruit en lavendelgebied en in plaats van op steile terrashellingen worden de druiven hier op grote velden in een licht heuvelachtig terrein gecultiveerd.
Het grootste deel van deze vlakten, die ruim 95 procent van de totale productie voor hun rekening nemen, is alleen bestemd voor de regionale appellation Côtes du Rhône. Ondanks het warme, droge klimaat met optimale rijpingscondities biedt het weer ook risico’s, met name in de vorm van de vaak en onberekenbaar heftig waaiende mistral.
Er worden hier in de Côtes du Rhône traditioneel dertien verschillende rode- en wittedruivenvariëteiten gecultiveerd, die voor de meest wijnen bestemd zijn, waarbij soms zelfs witte druiven voor rode wijnen gebruikt worden. Natuurlijk zijn de wijnbouwgebieden in de Côtes du Rhône voornamelijk beplant met blauwe variëteiten. De rode wijnen moeten voor 70 procent uit grenache, mourvèdre en syrah bestaan en de witte wijnen voor 80 procent uit grenache blanc, clairette, marsanne, roussane, bourboulenc en viognier. Ter onderscheiding van de Bordelais, waar men de versneden wijn van verschillende druivenvariëteiten meestal na gisting assembleert, gisten de wijnen in het zuidelijk Rhônedal gezamenlijk, mits de oogst dit toelaat.
Bij de productie van rode wijn in de regionale appellations heeft de laatste jaren de macération carbonique steeds meer aan terrein gewonnen. Een van de karakteristieken van het gebied is de sterke positie van de wijnboercoöperaties, afgezien van de prestige-appellations als Châteauneuf du Pape, terwijl een négoce van de renommee van de grote huizen aan de noordelijke Rhône zich hier niet ontwikkelen kon.
De volledige hiërarchie
Naast de reusachtige regionale appellation bezit het zuiden ook vijf crus en meer dan 7100 ha wijnbouwland, dat als Côtes du Rhône geclassificeerd staat. Anders dan in het noorden zijn hier geen uitsluitend witte crus, een kleinere wittewijnproductie hebben slechts Châteauneuf du Pape, Lirac en Vacqueyras. Belangrijk is de positie van de rosés, die onder de herkomstbenamingen Gigondas, Lirac, Vacqueyras en Tavel gevuld worden.
Gigondas, gelegen aan de voet van het klimparadijs van de Dentelles du Montmirail, is na Châteauneuf de Pape de meest gerenommeerde appellation van het zuiden. Doordat de ruim 1230 ha van deze gemeente verschillende terroirs vertoont – de hogere, warmere gebieden zijn zand – en kalkachtig en de lagergelegen zijn gekenmerkt door leem en ronde kiezelstenen, vallen ook de wijnen verschillend uit. De beste wijnen zijn kleurintensief, door vruchten geaccentueerd, alcoholrijk en krachtig, zonder al te veel tannine te bezitten. Een dergelijke tweedeling vindt men ook in het naburige Vacqueyras, waar de gronden eveneens uit zowel leem en kalk als grind en steenslag bestaan. Vinsobres en Beaumes de Vénise maakten als laatsten de sprong onder de crus, net als Vacqueyras laten de wijnen eerder finesse dan kracht zien en onderscheiden ze zich van de overduidelijk sterkere Gigondas en Châteauneuf du Pape.
De resterende crus bevinden zich aan de rechterkant van Rhône-oever. Hier zijn de heuvelachtige kalksteenformaties naar de rivier geschoven en vinden de druiven optimale omstandigheden. De geschiedkundige wortels van de wijnbouw gaan hier minstens net zo ver terug als aan de oostelijke oever van de Rhône, maar Lirac en Tavel beleefden pas na de Tweede Wereldoorlog een voorzichtige opleving. Lirac was in 1863 een van de eerste gebieden van Frankrijk waar de druifluis bezit nam, omdat een plaatselijke châteaubezitter pootplantjes uit Amerika en daarmee het verwoestende insect geïmporteerd had. Hoewel ze volgens de wijnwet officieel niet tot de eigenlijke Rhône-appellations behoren, telt men een hele serie perifere teeltgebieden bij de regio.
Het noordelijkse van deze gebieden is Dios, waar de Crémant de Die – vroeger Clairette de Die genoemd en uit de gelijknamige variëteit geproduceerd – alsmede een uit muscat geperste, slechts eenmaal gegiste mousserende wijn onder de benaming ‘méthode ancestrale’ geproduceerd worden. Niet ver van hun productiegebied liggen de Coteaux du Tricastin, waar de wijnbouw een pijlsnelle ontwikkeling doormaakte. Hier worden vooral rode wijnen uit de gebruikelijke variëteiten van de zuidelijke Rhône geperst, die fruitig en zacht overkomen, maar slechts zelden veel karakter tonen.
Aan de zuidflank van de Mont Ventoux ligt het teeltgebied Côtes du Ventoux, dat sinds 1973 een zelfstandige appellation bezit en met in totaal 51 gemeenten een van de uitgebreidste van de Rhône is. Hier worden witte wijnen, rosés en rode wijnen geproduceerd, waarbij de procentuele verhoudingen van de variëteiten licht afwijken van die van de naburige villages aan de westelijke flank van de Ventoux.
Noot: Een gezochte specialiteit van het zuidelijk Rhônegebied zijn de twee versterkte zoete wijnen, de vins doux naturel Muscat Beaumes de Venise en Rasteau, die alleen hier en in het nabijgelegen Languedoc-Roussillon worden geproduceerd.
De naam ‘natuurlijke zoete wijnen’ is misleidend omdat de restsuiker niet ontstaat door een natuurlijke stop in het gistingsproces, maar door een kunstmatige stoppen van de omzetting van suiker in alcohol van de gistende wijn.
BRONNEN: Uitgeverij: Ullmann
Titel: WIJN
ISBN: 978-3-8331-4617-6
AUTEURS: André Dominé, Eckhard Supp, Ulrich Sautter, Wofgang Fahsbender