Italiaanse wijngeschiedenis

0
23
Italiaanse wijngeschiedenis

Wijnland Italië behoort niet alleen, naast wijnland Frankrijk, tot de meest toonaangevende wijnbouwlanden van Europa, maar is ook een van de oudste druiventeeltgebieden van ons continent.

Eeuwenoud wijnland Italië

Uit recente archeologische vondsten blijkt dat de Etrusken de eerste waren die in de 8e eeuw v.Chr. systematisch wijnstokken verbouwden in Italië, terwijl de Grieken zich er slechts op kunnen beroemen dat zij vanuit hun kolonie Massilia (Marseilles) de wijnbouw in Frankrijk hebben opgezet. Waarschijnlijk werden al eerder pogingen ondernomen druiven te verbouwen, maar dit kan tot op heden niet worden bewezen. Met het Romeinse Rijk werd in West- en Midden-Europa niet alleen een hoog ontwikkelde kennis van wijnbouw en
wijnbereiding verspreid, maar de Romeinen maakten van de wijnhandel ook een winstgevende industrie.

Pompeji, de havenstad aan de voet van de Vesuvius, werd de belangrijkste metropool voor de wijnhandel van de Klassieke Oudheid. De verwoesting van de stad door de vulkaanuitbarsting in 79 n.Chr., bevorderde in het hele rijk het ontstaan van regionale wijncentra. De hiermee verbonden bloeitijd van de wijn heeft er vermoedelijk toe bijgedragen dat een reeds in 186 v.Chr. uitgevaardigd verbod van de bacchanalen vol verdovende elementen – de Romeinse variant van de Griekse cultus van Dionysus – niet bijzonder streng werd nageleefd. Met de opkomst van het christendom en tot de erkenning van deze godsdienst als staatsreligie in de 4e eeuw werd het gebruik van wijn in het kader van de cultushandeling steeds gematigder.

De teloorgang van het West-Romeinse Rijk in 476 vergde van Italië een grondige heroriëntering, en de onrusten van de volksverhuizing hadden een nadelig effect op alle activiteiten die het verblijf van meerdere generaties op dezelfde plek verlangen. Wijnbouw en wijnbereiding, in het bijzonder de vinificatie van elegante wijnen, verloren hun status als lucratieve bedrijfstak. Toen er met de opkomst van de handelssteden Genua, Florence en Venetië, en met de toenemende welstand van hun burgers weer een markt voor edele wijnen ontstond, ontwikkelde de handel met de wijnen uit de Bordeaux, Bourgondië, van de Rijn en de Donau zich tot een winstgevende zaak. Reeds in de 13e en 14e eeuw werden enkele van de nu bekendste namen in de wijnwereld gevestigd, zoals die van de familie Antinori, die met de zijdehandel rijk was geworden, en de familie Frescobaldi, die de intensieve goederenruil tussen Bordeaux en de Engelse kroon financierde en in Londen voor de pauzen belasting inde.

Diepe slaap

Terwijl Italiaanse bankiers en handelaren goed verdienden aan de import van wijn, viel de wijnteelt van het land in een steeds diepere slaap en overleefde slechts als pure zelfvoorziening onder de deels extreem arme bevolking. In sommige regio’s van Italië is het overleven van de traditie van de wijnteelt met name aan de kloosters te danken. Het zou nog tot in de 19e eeuw duren voordat zich in Piemonte en Toscane een nieuw begin aftekende. Naar Frans voorbeeld en door actieve deelname van Franse vinologen werden wijntypen als barolo, brunello en chianti ontwikkeld, die nu, anderhalve eeuw later, tot de populairste wijnen ter wereld behoren. Ongeveer tegelijkertijd ontstonden de nog steeds beroemde Italiaanse wijnbouwscholen en wijnmakers als Gancia, Cinzano en Bolla.

Ook in Italië slaagde de druifluis er bijna in de opbloeiende wijncultuur ten val te brengen en de Eerste en Tweede Wereldoorlog droegen hieraan ook hun steentje bij. In de moeilijke jaren na de Tweede Wereldoorlog won uiteindelijk in de wijnteelt een houding terrein, die leidde tot de aanleg van zeer productieve wijngaarden en tot de keuze van de winstgevendste in plaats van de beste wijndruiven. Deze ontwikkeling werd bovendien gesteund door de Franse wijnindustrie, die na het wegvallen van leveringen uit de voormalige kolonie Algerije een verhoogde vraag naar Italiaanse fustwijn voor het versnijden met eigen tafelwijnen ontwikkelde.

De opbloei van wijnland Italië; een pad vol hindernissen

In Italië stond tegenover deze tendens naar steeds hogere prijzen, het feit dat wijn tot in de naoorlogse generatie niet als een genotmiddel, maar als een belangrijke leverancier van calorieën gold. Pas in de jaren ’60 van de 20e eeuw veranderde dit consumptiegedrag. Het verbruik van de Italianen daalde van meer dan 110 naar minder dan 60 liter wijn per hoofd van de bevolking per jaar.

Tegelijkertijd voltrok zich in de wijnbouw een radicale verandering ten goede van de kwaliteit, die ook door het schandaal dat halverwege de jaren ’80 het hele land in opschudding bracht, niet werd verstoord. Dit schandaal hield in dat een groep onverantwoordelijke wijnboeren goedkope wijn met methylalcohol had ‘verbeterd’ – binnen enkele weken stierven meer dan twintig mensen na een slok uit de tweeliterfles.

De opbloei was ook deze keer in de Toscane begonnen, waar een geheel nieuwe categorie wijn ontstond: de supertafelwijnen van de tot dusver niet zo gangbare Franse wijndruiven cabernet sauvignon, merlot, chardonnay en syrah, meestal gerijpt in kleine barriques van nieuw eikenhout. Nieuwe generaties wijnbouwers en botteliers richtten zich in de jaren ’70 en ’80 op Frankrijk en de Nieuwe Wereld en probeerden de kennis in eigen land toe te passen.

GTP, DOC & DOCG

Korte tijd later, maar even radicaal, ontstond er in Piemonte, de moderniseringsbeweging van barolo en barbera, die met intensieve kleur en fruitiger wijnen aan de veeleisende smaak van het internationale publiek moesten voldoen. Terwijl deze ontwikkeling aanvankelijk de vinificatie betrof, werd in de jaren ’90 het accent van de inspanningen verplaatst naar de wijngaarden. Oude stokken, die niet meer aan de moderne eisen voldeden, werden gerooid en door moderne, op kwaliteit gerichte aanplant vervangen. Ook werd de wijnwetgeving deels aan de eisen van de internationale markt aangepast. Er 0ntstond een nieuwe categorie wijnen, de tafelwijnen met geografische herkomstbenaming (Indicazione geografica; IGT). Daarnaast kon een reeks voormalige tafelwijnen vanwege de veranderde productievoorschriften als kwaliteitswijn met herkomstaanduiding (Denominazione de Origine Controllatale Garantita, DOC/DOCG) op de markt gebracht.

Uiteindelijk begonnen de Italiaanse wijnbouwers het immense, maar voor een groot deel nog onbenutte reservoir van inheemse druivenrassen aan een onderzoek te onderwerpen en eerste stappen te zetten naar verbetering. Hier ligt ook de grote uitdaging en kans voor de toekomst, want de interesse in druivensoorten als cabernet sauvignon of syrah is sterk achtergebleven. ‘Italofiele’ wijndrinkers schenken meer aandacht aan de bijzonderheden van de afzonderlijke wijnregio’s en de plaatselijke druivensoorten.

Bron: WIJN, geschreven door André Dominé, Eckhard Supp, Ulrich Sautter, Wofgang Fahsbender (Uitgeverij Ullmann, ISBN: 978-3-8331-4617-6)

Bron foto’s:
Uva, Olivetrees, Oaks, Vineyards” by Peter Forster – Flickr. Licensed under CC BY-SA 2.0 via Wikimedia
By Megan Mallen (Flickr: Piemonte, Italy) [CC BY 2.0], via Wikimedia Commons

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in