In tegenstelling tot het zuidelijke deel van de Médoc, waar in de 18e en 19e eeuw kapitale kastelen en wijngoederen ontstonden, kan de noordelijke helft van de Haut-Médoc niet met massieve pronk voor de dag komen. In plaats daarvan glanst dit deel van het gebied met een bijzondere concentratie van grandioze wijnen: 34 van de zestig geclassificeerde wijnen van de Médoc, achttien alleen al in het gebied van Pauillac, elf in Saint-Julien en vijf in Saint-Estèphe.
In de tijd dat grote delen van de moerassige Médoc over land ontoegankelijk waren, speelden de havens van Saint-Estèphe – de Port de la Chapelle- en Pauillac een belangrijke rol als enige toegangsmogelijkheden. Met name in crisistijden bood Pauillac in de overzeese handel een goede uitwijkmogelijkheid voor schepen die niet in Bordeaux konden aanleggen.
Saint-Estèphe, tot in de 18e eeuw nog Saint-Estèphe de Calon genoemd – ‘Calon’ betekent bos en komt in de naam van het wijngoed Calon-Ségur terug. Het is de noordelijkse gedeelte van de drie gemeenten. Hier werd al in de tijd van de Romeinen wijnbouw bedreven en al in de 13e eeuw maakte dit gebied een enorme ontwikkeling door. Prestigieuze premiers crus classés zal men hier echter tevergeefs zoeken. Alle crus classés samen maken slechts 20 procent van de productiehoeveelheid uit. Dit is het laagste van alle gemeentelijke appellations van de Médoc. Dit lage percentage staat tegenover de 54 procent Crus Bourgeois, waaronder Phélan-Ségur, Ormes des Pez, Lilian Ladoys, Tour de Pez en Pez.
Karakter heeft rijping nodig
In vergelijking tot zijn zuidelijke buur lijdt Saint-Estèphe eronder dat de locaties van de in totaal 1250 ha over drie betrekkelijk ver uit elkaar liggende gebieden verdeeld zijn: het gebied rond Cos d’Éstournel in het zuiden, dat rond Montrose in het oosten en de vlakten rond Château Calon-Ségur in het noorden. De gronden bestaan overwegend uit kiezelsteen en zand met bestanddelen van silicaat, waarbij de ondergrond met ijzerhoudende lagen of kalksteen voor de verschillende karakters van de wijnen verantwoordelijk zijn. De kleurintensieve wijnen van Saint-Estèphe gelden als zeer terroirbepaald. Ze werken vaak wat zwaarder dan die van Pauillac of Saint-Julien, vereisen een krachtige tannine en kunnen in de jeugd streng werken, waartoe ook hun markantere zuur bijdraagt. Dit wordt gecompenseerd door tegenover Pauillac en Saint-Julien hoger aandeel van merlot.
Hoewel de wijnbergvlakte van Pauillac, de zuidelijke buur van Saint-Estèphe, met 1215 ha zelfs iets kleiner is, heeft de appellation toch een onvergelijkelijk groter prestige, vooral omdat zijn wijnen pure noblesse uitstralen. De enige gemeente van het gebied met een oeverpromenade direct aan de Gironde bedrijft weliswaar sinds de tijd van Lodewijk XV wijnbouw, maar kan tegenwoordig drie van de in totaal vijf premiers crus classés – de klassiekers Lafite en Latour alsook newcomer Mouton – en nog vijftien andere geclassificeerde wijnen haar eigen noemen. In het totale aantal crus wordt ze alleen door Margaux overtroffen.
Cassis, munt en ceder
84 procent van de jaarproductie van Pauillac komt uit deze gerenommeerde chateaus – alleen in Saint-Julien ligt het aandeel nog hoger. De rest verdeelt zich over de zestien Crus Bourgeois en zeven Crus Artisans. Evenals Saint-Estèphe beschikt ook Pauillac over verschillende bodeminformaties, wat er bijvoorbeeld toe leidt, dat wijnen van Chateau Lafite een voor Pauillac bijna atypische finesse tonen en vaak eerder met Margauxwijnen vergeleken worden. Hierin ligt een van de beperkingen van het appellationsysteem dat volgens gemeentegrenzen georganiseerd is, die niet altijd overeenkomen met de terroirgrenzen. Ook om deze reden mag Chateau Lafite met een speciale vergunning wijnbouw op het gebied van het naburige Saint-Estèphe exploiteren.
In totaal zijn de gronden van Pauillac zeer schraal, maar diep, en bestaan ze overwegend uit ijzerhoudende kiezelsteen. De beste wijnen vindt men op twee vlakke heuveltoppen, plateaux genoemd. Op dat van Saint-Lambert in het zuiden, dat vroeger tot Saint-Julien behoorde, liggen Latour en de beide Pichon-Lalandes; op dat van Le Poyalet in het noorden Mouton en Lafite. Bij de verhouding van de druiven heeft Pauillac het grootste aandeel cabernet sauvignon van alle bordeauxwijnen, dat meestal tussen de 60 en 80 procent ligt en slechts in bepaalde gevallen zoals bij Pichon Comtesse onder de 50 procent valt.
Cabernet franc en merlot verdelen zich over een mager deel van de wijnbouw, terwijl petit verdot ongewoon sterk vertegenwoordigd is en daardoor incidenteel zelfs 10 procent van de versneden wijn kan uitmaken.
De bijzondere druivenmix zorgt voor de bijzondere vaste, goed gestructureerde en krachtige stijl van de wijnen van Pauillac, waarvan het rijke bouquet de typische cabernetaroma’s van cassis, munt en cederhout toont. Deze wijnen hebben de grote potentie oud te worden. Niet zo krachtig, maar wel onovertrokken harmonieus en uitgebalanceerd zijn de wijnen van de zuidelijke buur Saint-Julien, die met slechts 900 ha de kleinste is van de drie noordelijke appellations. Fruitig en sappig enerzijds, structuur en tannine anderzijds vormen tezamen de modernste wijnen van de Médoc.
Harmonisch in elk opzicht
Weliswaar kan de gemeente Saint-Julien-Beychevelle geen Premier Grand Cru aanbieden, maar wel vijf tweede, drie derde en vier vierde. Deze elf vormen de achtenswaardige 85 procent van de gezamenlijke productie – het record voor de Médoc. Omdat onder de overige Chateaus bijna alleen goede Bourgeois- en Artisanswijnen te vinden zijn, kan men wijnen uit Saint-Julien bijna blind kopen.
Vergelijkbaar met Pauillac liggen de beste wijnbergebieden hier op twee toppen, waarvan die van de gemeente zelf de drie Léovilles en Talbot omvat, de andere, Beychevelle genoemd, Ducru-Beaucaillou, Gruaud-Larose en Beychevelle zelf. Deze heuvelruggen zijn door kleine beekjes en ontwateringssloten van elkaar gescheiden, zodat, zoals overal in de Médoc, de beste percelen direct in de buurt van deze sloten en kanalen te vinden zijn.
Op de grote wijngoederen van Saint-Julien ligt het cabernet sauvignonaandeel op ongeveer 65 tot 70 procent en bij 25 tot 30 procent merlot met slechts kleine aandelen cabernet franc.
BRONNEN: Uitgeverij: Ullmann
Titel: WIJN
ISBN: 978-3-8331-4617-6
AUTEURS: André Dominé, Eckhard Supp, Ulrich Sautter, Wofgang Fahsbender