De oudste wijnbergen van het Bordeaux gebied werden in de directe omgeving van het handelscentrum van Burdigala aangelegd; de regio behoort nu tot het wijnbouwgebied van de Graves.
Kaart van wijnstreek Graves

Met Graves worden ook de puimsteengebieden van de linker Garonne- en Gironde-oever bedoeld, maar alleen de wijnbergen in de omgeving van de stad en de Garonne stroomopwaarts dragen deze naam als herkomstbenaming. De Graves, die zich over een lengte van 50 km van Bordeaux naar het zuiden uitstrekken, vormen met 5000 ha wijnbouwland een van de kleinere zones van de Bordelais, die in totaal ruim 123.000 ha omvat.
Tweederde van de Graves is met rode en een derde met witte variëteiten beplant, en de regio produceert als enige zowel excellente rode wijnen als witte en zoete wijnen. Geografisch gezien is het gebied veel eenvoudiger onderverdeeld dan de Médoc, ten noorden van de stad. Hier bevindt zich alleen de grote appellation Graves (ongeveer 3400 ha), die ook de kleine appellation Cérons – in het uiterste noorden – het nog zeer jonge gebied van Pessac-Léognan omvat. In het zuiden omsluiten de Graves het zoetewijngebied Sauternes en Barsac (2300 ha).
Terwijl de appellation Graves tegenwoordig aan droge witte wijnen voorbehouden is, geldt de aanduiding Graves Supérieur voor milde wijnen die niet uit de appellations Sauternes-Barsac of Cérons afkomstig zijn; Pessac-Léognan levert evenveel goede witte als rode wijnen. Oorzaak daarvan is niet zo zeer de gruizig-kiezelachtige gronden, maar eerder het in vergelijking tot de noordelijke buur duidelijk geproduceerde landschappelijke reliëf, dat voor een serie uiteenlopende microklimaatzones verantwoordelijk is. De beste wijnbergen van het gebied liggen als kleine of grotere plekken in de hogergelegen bosgebieden verspreid of zijn door de buitenwijken van Bordeaux omgeven. Tegen het einde van de 19e eeuw omvatten de Graves nog ongeveer 10.000 ha wijnbouwgebied, maar de toenemende verstedelijking reduceerde het gebied tot weinig meer dan 5000 ha. De rode wijnen worden uit de rassen cabernet sauvignon, cabernet franc en merlot geperst, die ook in de Médoc domineren. De eigenlijke sterren van dit deel van de Bordelais zijn sémillon en sauvignon blanc, omdat hiervan zowel de droge witte als ook de zoete Cérons en de weelderig zoete sauternes en Barsac geperst worden.
Vooral in de fruitige witte wijnen vindt men vaak een groot aandeel sauvignon blanc. In zijn jeugd en bij vroege druivenoogst toont hij graag grassigplantaardige aroma’s; pas bij volle rijpheid wordt hij complexer en neemt dan de smaak van rijpe vruchten aan.
Enkele van de geclassificeerde wijnen bevatten voor de helft sémillon. Niet alleen vanwege zijn neiging tot botrytis vorming geldt hij als een van de beste witte wijndruiven ter wereld, maar ook door zijn legendarische capaciteit om oud te worden. De wijnstijlen van de afzonderlijke wittewijnappellations en van de châteaux onderscheiden zich niet alleen door hun mengeling van verschillende variëteiten, maar ook door verschillende vinificatietechnieken. De inzet van nieuwe barriques is omstreden, omdat enkele wijnen daardoor alleen maar ruw werden en hun finesse verloren. Aan de andere kant zijn de betere witte barriquewijnen zeker hoogwaardiger dan het oppervlakkige, fruitige type uit de staaltank, waarvan het jeugdige karakter vaak snel verloren gaat.
Van Bordeaux naar het zuiden wordt niet alleen het sémillonaandeel in de wijnbergen groter, maar ook het gehalte aan restsuiker in de witte wijnen. Ver verwijderd van de zoete, krachtige wijnen van Sauternes, maat toch al duidelijk halfzoet of zelfs zoet zijn daarbij de wijnen van een kleine appellation in het zuiden van de Graves, Cérons. In de gemeenten Podensac, Illats en Cérons worden weliswaar ook rode wijnen geproduceerd, maar belangrijker zijn de witte, waarbij de eerdere halfdroge kwaliteiten als Bordeaux Supérieurs eerder zoete wijnen dan Cérons gevuld worden.
BRONNEN: Uitgeverij: Ullmann
Titel: WIJN
ISBN: 978-3-8331-4617-6
AUTEURS: André Dominé, Eckhard Supp, Ulrich Sautter, Wofgang Fahsbender