Wijn & Bodem

0
27
Wijn en bodem

Wijn en de bodemgesteldheid

De samenstelling van de bodem hangt af van de manier waarop het geologische uitgangsmateriaal onder invloed van fysische, chemische en biologische processen veranderd en vervormd is.

Voor de wijnbouw geschikte en gebruikte bodemsoorten zijn over het algemeen vrij schraal en niet al te diep. Druivenstokken werden en worden op bodemsoorten van verschillende geologische oorsprong geplant – van primair tot kwartair. In Frankrijk zijn in de Beaujolais bijvoorbeeld druivenstokken op graniet te vinden, in het Chablisgebied op kalkhoudende mergel, in de Champagne op witte krijtrotsen uit het secundair, in de Bordelais op kalksteen uit het tertiair, terwijl de natuurlijk zoete Banyuls op een leisteenbodem gedijt. In andere regionen worden druivenstokken in een bodem verbouwd die vroeger vulkanisch was, zoals in de Tokaj in Hongarije.
De diepte van de bodem bepaalt hoe zich het wortelsysteem ontwikkelt. Een diepe bodem die over uitgebreide waterreserves beschikt, is nuttig voor massaproductie. Een betrekkelijk ondiepe bodem met een beperkte waterreserve biedt daarentegen meer mogelijkheden voor een betere kwaliteit. Al te compacte grond of een overvloed van water kunnen de groei van de wortels ernstig verstoren.

Bestanddelen

In de bodem zijn verschillende bestanddelen in verschillende verhoudingen aanwezig. De zanderige wijngronden die zich aan de oevers van de Middellandse Zee bevinden en in grote delen van Australië, bestaan uit kiezelaarde. In de beroemdste Graves in de Bordelais komt deze aarde zowel in de vorm van kiezel als van fijnkorrelige aarde voor.

Leem bestaat uit kiezelaarde en klei, en de verhouding tussen deze twee bepalen de specifieke leemsoort. Hoe rijker de grond is aan leem en klei, hoe compacter hij is en hoe minder geschikt voor wijnbouw. Grond die erg rijk is aan klei laat weinig water door en houdt het water vast. Bij droogte krimpt hij, wordt hard en brokkelig, en dan is hij extreem zwaar te bewerken. De organische stoffen die zich in de grond bevinden (plantaardige resten, mest) of die in de vorm van compost toegevoegd worden, verbinden zich met de klei. Deze verbinding tussen klei en humus is noodzakelijk voor de stabiliteit van de bodem, doordat ze de kans op erosie of verdichting van de grond verkleint.

Een ander bestanddeel van voor wijnbouw geschikte grond is kalksteen. De te enten onderstammen worden geselecteerd op hun weerstand tegen kalk. Meestal is kalkhoudende grond schraal en levert hij wijn van hoge kwaliteit. Afhankelijk van de verhouding van deze bestanddelen wordt grond gekarakteriseerd als klei-kalkhoudend of klei- en kiezelhoudend. Grond die veel grote brokken steen bevat, is weliswaar zwaar te bewerken, maar heeft over het algemeen een positieve invloed op de kwaliteit van het product en zorgt voor een goede waterhuishouding, omdat stenen de drainage stimuleren en de directe verdamping verhinderen. In de loop van de dag slaan de stenen bovendien warmte op, die ze ’s nachts weer afgeven, wat gunstig is voor het rijpingsproces.

Wat de chemische samenstelling van grond betreft kunnen er meerdere macro- en sporenelementen, zoals stikstof, fosfor, kalium, calcium, magnesium, maar ook ijzer, mangaan, borium en andere in verschillende doseringen aanwezig zijn.

Bron: WIJN, geschreven door Hélène Jaeger (Uitgeverij Ullmann, ISBN: 978-3-8331-4617-6)

LAAT EEN REACTIE ACHTER

Vul alstublieft uw commentaar in!
Vul hier uw naam in