
Als in geen ander land maakt in Georgië wijn deel uit van het nationaal bewustzijn. Het metershoge monument van de nationale heilige Kartlis Deda in de bergen boven de hoofdstad Tbilisi rijkt de vrienden van het land een beker wijn, alle anderen dreigt hij met zijn zwaard.
Een verbazingwekkende vondst bewijst dat hier de wieg van de wijnbouw stond: een doos in de kelder van het wijnbouwinstituut die 7.000 jaar oude druivenpitten bevat. Overigens stamt het woord ‘wijn’ af van het Georgische ‘gvino’. Grieken en Perzen, oude handelspartners van Georgië, kenden de Georgische wijn, evenals de christelijke monniken die al begin 4e eeuw Georgië bezochten.
In de 10e eeuw kreeg Georgië de centrale macht over de regio Transkaukasië en documenteerde de wijnbouw in de 12 eeuwse academie Ichalto. Mongolen, Turken en Russen verwoestten echter steeds opnieuw de zelfstandigheid van het land en vaak genoeg de wijnbouw. De politieke overheersing door tsaren en stalinisten bracht echter ook aantrekkelijke handelsbetrekkingen met zich mee.
Het wijnland Georgië met een gematigd klimaat op de zuidrand van de Kaukasus (op dezelfde breedtegraad als Rome) schiep betrekkingen met belangrijke wijnhandelaars van het Sovjetrijk. Zo ontstonden met de jaren afnamegaranties waarbij de wijnkwaliteit slechts een bijrol speelde. Het wijnverbouwoppervlak steeg tussen 1950 en 1985 van 58.000 tot 128.000 ha. De Georgische wijnhandel had te lijden onder de anti-alcoholcampagne van Michail Gorbatsjov, waarbij 40.000 ha wijngaarden werden veranderd in meloenenvelden. Met de onafhankelijkheid op 9 april 1991 eindigde de Russische invloed echter niet. Op verschillende manieren werd getracht het land te destabiliseren, onder andere met het in 2006 afgekondigde embargo op Georgische wijn. Een gevoelige slag voor de wijnbouwers die tot dan toe 70-80 procent van hun productie aan Rusland hadden geleverd.
Welk klimaat heeft wijnland Georgië?
Nu groeien er druiven op totaal 70.000 ha. Aan de voet van de tot ruim 5.000 meter hoge Kaukasus in het noordoosten ligt Kachetië waar 70 procent van de jaarproductie vandaan komt. In het gematigde klimaat, beschut tegen de kou uit het noorden, rijpen de druiven gelijkmatig. In Kartlië, Midden-Georgië, groeien de druiven in een warm , droog klimaat met kunstmatige bevloeiing. Aan de westgrens ligt Imeretië met vruchtbaar alluvium en een tegen wind beschermd microklimaat. Ratscha-Letschchumi aan de noordgrens staat bekend om een aantal autochtone druivensoorten die wijnen met veel suiker oplevert. In het vochtige, subtropische westen worden vooral zoete wijnen voor de regionale markt geproduceerd.
Welke druivensoorten vind je in wijnland Georgië?
Door zijn lange botanische geschiedenis is wijnland Georgië gezegend met ongeveer 500 verschillende autochtone druivensoorten, 38 daarvan zijn voor de wijnbouw toegestaan. De drie meest voorkomend zijn:
- Rkatsiteli: aanpasbare, sterke witte wijnsoort; op klassieke wijze zeer wrang, bij moderne vinificatie een wijn met bloemige accenten en overvloedige vruchtensmaak, zacht en harmonisch.
- Mtsvane: vaak hebben de witte wijnen een groenige tint, mineraalaccenten en krachtige steenvruchtaroma’s zoals gele pruimen. Kan goed worden bewaard, ook op vat. Men maakt hiervan samen met rkatsiteli de zeer gewaardeerde tsinandali.
- Saperavi: de belangrijkste rode druivensoort van het land brengt goed houdbare wijnen voort. Bij moderne productie ontwikkelt het een gemiddeld corps en aanzienlijke finesse. Op de juiste bodem neemt het goed de aarde-accenten aan en doet dan aan Bordeaux denken.
Nu zoeken de wijnboeren nieuwe klanten in de export. Maar men is zich de productvoorwaarden in de wijngaard te weinig bewust, bodemsamenstelling en doelmatige bodembewerking zijn nauwelijks bekend. Slechts enkele avant-gardisten beperken de opbrengst. Traditioneel worden de druiven met steel en al en het liefst met de voeten getrapt. De wijnen worden onder de grond opgeslagen in kleivaten die duizenden liters kunnen bevatten. Volgens oud gebruik blijven zij in deze ‘kwewris’ tot zij verkocht of gedronken worden. De daarbij ontstane oxidatie geldt gewoonlijk niet als een defect.
Slechts enkele pioniers zoals de enoloog David Maisuradze slaan de jonge wijnen op in vaten of mandflessen voor een beperkte rijping en krijgen met hun kwaliteit uitstekende resultaten waarop het buitenland de aandacht richt. Tevens wordt een wijnwet naar de Midden-Europese modellen opgezet. Deze moet zorgen voor kwaliteitsverhoging en de bescherming van de vele in het binnenland belangrijke onderappellations zoals kindzmarauli en muskusani.
Bron: WIJN, geschreven door Patrick Fiévez & Wolfgang Thomann (Uitgeverij Ullmann, ISBN: 978-3-8331-4617-6)