Wijnland Luxemburg: van wijnbouw tot productie

Wijnland Luxemburg

Van Wasserbillig in het noorden tot aan Schengen in het zuiden strekt het wijnbouwgebied van wijnland Luxemburg zich uit langs de Moezel over 1299 ha. Tien jaar geleden was het teeltoppervlak nog 1404 ha.

De daling is vooral het gevolg van een definitieve stillegging van wijngaarden. Uit de piepkleine wijnregio komen bijna uitsluitend droge, aromatische witte wijnen. Ondanks de beperkte grootte, heeft wijnland Luxemburg een lange wijnbouwhistorie: opgravingen aan de oever van de Moezel brachten grafgiften uit de 5e eeuw v.Chr. aan het licht met decoraties van druiven en wijnbladeren.

De Luxemburgse Moezel bestaat overwegend uit ten dele steile, soms zelfs spectaculaire hellingterreinen, die meestal gericht zijn op het zuidoosten of zuiden. Bij een boottocht op de rivier komen de steile hellingen bijzonder indrukwekkend over; men kan zich de inspanningen voorstellen die de wijnbouwers zich moeten getroosten om hun percelen te bewerken.

Herstructurering

Sinds een paar jaar ging de herstructurering gepaard met een opmerkelijke verbetering van de werkomstandigheden dankzij het bijeenvoegen van wijngaarden. Hierdoor nam het aantal percelen met 637 af. De toch al bestaande moeilijkheden bij de wijnbergarbeid worden in dit noordelijke klimaat nog versterkt door veelvoudige regenbuien. Per jaar valt hier gemiddeld 725 mm neerslag.

Voor dit qua grootte bescheiden wijngebied, dat zich uitstrekt over 42 km lengte en 300 tot 400 m breedte, heeft het nauwelijks zin om lokale bijzonderheden naar voren te halen. Toch is er wat de bodemgesteldheid betreft een duidelijk verschil tussen het kanton van Grevenmacher in het noorden en dat van Remich in het zuiden. In het noorden wordt de bodem gekenmerkt door schelpkalk en is het dal nauwer. De wijnen daarvandaan zijn gepolijster en winnen na een paar jaar liggen aan temperament. In het zuidelijker gelegen gebied, vanaf de gemeente Stadtbredimus, bestaat de bodem hoofdzakelijk uit koper met kleimergel en het nu bredere dal brengt vollere en harmonieuzere, maar ook minder karakter- en temperamentvolle wijnen voort.

Productie

Wijnproductie Luxemburg

In wijnland Luxemburg heerst de rivaner, een aan het einde van de 19e eeuw ontwikkelde kruising tussen riesling en silvaner. Het gaat daarbij om geen andere druif dan de muller-thurgau, die in de Midden-Europese wijnbouwgebieden goed bekend is. Nog aan het begin van de jaren ’80 domineerde hij bijna de helft van de wijnbergen, maar inmiddels is zijn aandeel geslonken tot 29 procent. De uitgesproken productieve rivaner levert decent-fruitige en aangename, maar eerdere sobere wijnen op. Ook de elbling, die men sinds de Romeinse tijd aanplant, is door zijn in sommige jaargangen buitengewoon hoge zuurgehalte onder druk geraakt. Zelfs bij gunstige klimaatomstandigheden levert hij alleen maar een lichte, frisse, dankzij de koolzuren sprankelende wijn op, die wordt aanbevolen als dorstlesser maar ook voor het overige in de sektproductie terechtkomt.

De Luxemburgse wijnbouwers wenden zich steeds beslister tot druivenvariëteit die hoogwaardiger zijn en hun bijzondere terroir beter tot uitdrukking brengen. De riesling, die op de Moezelhellingen bijzonder laat rijpt, en die men hier opvoedt tot droge, lichte wijnen, staat ook hier voor elegante en mineraliteit en ontwikkelt een bekoorlijk, intensief bouquet. Hij behoort nog steeds tot de top onder de edele variëteiten, maar is inmiddels wel ingehaald door de pinot gris en de auxerrois. Wat het succes van de auxerrois betreft, mag dit verwonderlijk heten, want deze druif heeft geen al te goede reputatie. Aan de Luxemburgse Moezel krijgt hij met rondheid, structuur en vaak door citrusvruchten bepaalde aroma’s een eigen karakter en kan hij beslist als specialiteit gelden.

In de gunst van de wijnbouwers overvleugelt de auxerrois de pinot blanc duidelijk, die meestal wat nerveuzer maar minder fruitig uitvalt. Naast de riesling worden in het groothertogdom de overtuigendste resultaten intussen behaald met pinot gris. De voordelen daarvan liggen in zijn lagere zuurtegraad en zijn intensieve aroma’s. Pinot noir, gewürztraminer en chardonnay zijn zeldzame outsiders in de Luxemburgse wijnbouw.

Bron: WIJN, geschreven door Ulrich Sautter, Eckhard Supp, Patrick Fiévez & Anthony Rose (Uitgeverij Ullmann, ISBN: 978-3-8331-4617-6)